Algemene dekkingsmiddelen, overhead, VPB, onvoorzien

a. Overhead (nadeel 2021 € 139.597 aflopend naar nadeel € 109.127 in 2024)
Binnen het taakveld Overhead is sprake van diverse (financiële) ontwikkelingen. Hieronder een tabel met de belangrijkste (financiële) ontwikkelingen met daaronder een korte toelichting per onderwerp.

Doorontwikkeling financiële informatievoorziening
We gaan verder met de doorontwikkeling van de financiële informatievoorziening om daarmee de reeds gezette stappen te vervolgen. Het doel van deze doorontwikkeling is moderne, geoptimaliseerde en geïnnoveerde financiële werkprocessen die organisatie en bestuur ondersteunt bij het behalen van ambities. Met de oplevering van dit project blijven we in control en kunnen we blijven voldoen aan de informatiebehoefte van de raad en interne en externe stakeholders. Dit levert in 2021 een incidenteel nadeel van €16.800, in 2022 per saldo € 230.000 (in het IBP was reeds 100.000 euro beschikbaar gesteld) en in 2023 € 31.200. Voorgesteld wordt om de incidentele lasten van dit project te dekken middels een onttrekking uit de algemene reserve. Zodoende ziet u verderop bij mutaties in reserve de dekking van dit project terugkomen en betreft dit per saldo een budgettair neutrale financiële verwerking in deze bestuursrapportage.

Verlenging CISO (incidenteel nadeel van € 50.000 in 2022)
Elke gemeente dient de rol van Chief information security officer CISO belegd te hebben in haar organisatie. Een CISO is verantwoordelijk voor de informatieveiligheid en het toezicht daarop. In het verleden was deze rol belegd bij de Informatiemanager. Na het vertrek van de voormalige Informatiemanager is voor de rollen van Informatiemanager en CISO apart ingehuurd. Omdat de functie van CISO moeilijk in te vullen is, hebben we besloten om de inhuur van de CISO te verlengen totdat structurele invulling is gevonden. Dit levert een incidenteel nadeel op van € 50.000 in 2022.

Personele lasten (structureel nadeel van € 122.966 in 2021, aflopend naar € 109.338 in 2024)
Jaarlijks vinden er periodieke verhogingen plaats op basis van de salarisinschaling van de medewerkers in dienst. In het verleden werden deze periodieke verhogingen opgevangen binnen de stelpost cao die feitelijk bestemd is voor de indexeringen binnen de cao gemeente (ambtenaren) en de circulaires van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (politieke ambtsdragers), oftewel loonindexeringen. Door vacatures vaker in te vullen met medewerkers in dienst in plaats van inhuur en de verjonging van het personeel, ontstaan er meer en vaker periodieke verhogingen van het salaris. Door deze ontwikkeling is in de achterliggende jaren gebleken dat de stelpost cao vaak onvoldoende was om deze loonontwikkelingen, naast de loonindexeringen, op te vangen. Om dit te doorbreken wordt voorgesteld om de periodieke verhogingen jaarlijks apart in beeld te brengen en niet langer te financieren van de stelpost cao om zodoende een verbeterslag te maken. Voortaan zal deze actualisatie jaarlijks worden meegenomen bij de ontwikkelingen voor de begroting van het volgend boekjaar. Per saldo betekent dit een structurele stijging van € 109.338 (nadeel). Daarnaast zijn er personele ontwikkelingen die worden meegenomen in deze actualisatie die betrekking hebben op de jaarschijven 2021 en 2022.

Overige kleine verschillen binnen dit taakveld behoeven geen toelichting (voordeel 2021 € 169 en vanaf 2022 structureel € 211).

b. Overige baten en lasten (incidenteel voordeel 2021 € 149.699)
Budget coronagerelateerde kosten (incidenteel voordeel € 208.199)
Bij de jaarstukken 2020 is een bedrag van € 256.507 bestemd voor 2021. Het betrof compensatie voor corona die we van het Rijk hadden ontvangen en die nog niet was benut in 2020. Voor 2021 is op dit moment vanuit dit budget een bedrag van € 208.199 besteed aan verschillende extra uitgaven en werkzaamheden vanwege COVID-19:

• € 15.254 aan meerkosten en inhaalzorg Wmo;
• € 50.945 aan meerkosten en inhaalzorg Jeugd;
• € 10.000 aan tijdelijke uitbreiding van schoolmaatschappelijk werk;
• € 62.000 aan tijdelijke uitbreiding van de consulentcapaciteit voor complexe gezinssituaties;
• € 70.000 voor een regeling voor lokale culturele instellingen.

Op de verschillende programma’s is de inzet van dit geld als extra budget verwerkt. Zodoende ziet u hier onder Algemene Middelen, Overhead, VPB en Onvoorzien de aframing van de post coronagerelateerde kosten als totaal incidenteel voordeel terug van € 208.199 voor 2021.

Taakstelling De Eng (incidenteel nadeel € 58.500)
Onder dit taakveld vallen ook in de begroting opgenomen taakstellende bezuiningen die og gerealiseerd dienen te worden. In dit geval betreft het de taakstellende bezuiniging sport van € 58.500. In de kadernota 2019-2022, de begroting 2019 en de eerste bestuursrapportage 2020 is reeds aangegeven, dat de taakstellende bezuinig alleen realiseerbaar is op het moment dat een deel van de sporthal wordt afgestoten/verkleind. De bezuiniging moet worden gezien in relatie tot de herontwikkeling van De Eng in Dodewaard (het proces MFA Dodewaard binnen accommodatie beleid). Zolang de MFA niet is gerealiseerd, is ook deze bezuiniging niet te realiseren. Zodoende is deze bezuiniging op Sport voor het jaar 2021 niet realiseerbaar en ziet u deze als last in deze bestuursrapportage terugkomen.

c. Vennootschapsbelasting (VpB) (incidenteel voordeel 2021 € 30.884)
Op grond van de jaarcijfers 2020 is de aangifte vennootschapsbelasting ingediend over jaar 2020. De uitkomst hiervan is dat de voorlopige aanslag van 2020 ad. € 30.884 uitkomt op een bedrag van nul euro. In de jaarstukken 2020 is melding gemaakt van de betaalde vennootschapsbelasting en nu melden we dat dit een voordeel betekent voor het jaar 2021. De verwachting is dat onze gemeente de komende jaren geen vennootschapsbelasting is verschuldigd.

d. Meicirculaire 2021 (incidenteel voordeel 2021 € 1.280.688)
In de Kadernota 2022-2025 bent u al geïnformeerd over de uitkomsten van de meicirculaire 2021. Vanaf jaarschijf 2022 is deze reeds verwerkt in de begroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025. De jaarschijf 2021 (voordeel € 962.084) is in deze bestuursrapportage financieel verwerkt.

In totaliteit is voor 2021 sprake van een toename in de algemene uitkering van € 1.315.710. Dit incidentele voordeel moet u in relatie zien met de incidentele lasten opgenomen onder programma 3 (€ 35.406) en 5 (€ 265.306) en bij programma 2 (€ 9.813) en 6 (€ 8.079) onder de kleine verschillen. Tevens is binnen het onderdeel algemene dekkingsmiddelen sprake van een vereffening van de bommenregeling 2020 ter hoogte van € 35.022. Zodoende komt u binnen de algemene dekkingsmiddelen voor 2021 op een incidenteel voordeel uit van € 1.280.688 (€ 1.315.710 - € 35.022).

Voor een verdere onderbouwing van de inhoud van de meicirculaire 2021 verwijzen wij u naar de informatie die in bijlage 1 bij de kadernota 2022- 2025 is opgenomen.

e. Septembercirculaire 2021 (voordeel 2021 € 676.609, oplopend naar € 1.703.449 voordeel in 2024)
Voor de begrotingsbehandeling van de begroting 2022 bent u middels een raadsinformatiebrief op de hoogte gesteld van de financiële uitkomsten van de septembercirculaire 2021 inclusief budgetactualisatie met betrekking tot de jeugd- en Wmo budgetten. Dit laatste in verband met de mogelijkheden hoe om te gaan met de extra te ontvangen jeugdmiddelen voor 2022 en de mogelijkheid om hiervoor een stelpost op te nemen vanaf 2023. Voor uitgebreide informatie verwijzen wij u derhalve terug naar de betreffende raadsinformatiebrief.

In deze bestuursrapportage vindt de financiële uitwerking plaats van de septembercirculaire 2021 plaats. Middels de septembercirculaire 2021 is sprake van een toename van de algemene uitkering ter hoogte van € 676.609 voor 2021 oplopend naar € 1.050.299 voor 2024 met een extra hoge piek voor 2022 in verband met de toegekende extra jeugdmiddelen voor dat jaar. Uiteraard dient u de toename van de algemene uitkering is combinatie te zien met de extra opgenomen lasten op programma 5 (€ 183.123 voor 2021, aflopend naar minder lasten van € 33.312 in 2024) en programma 6 (€ 60.857 voor 2021, aflopend naar € 6.047 in 2024).

Binnen het onderdeel algemene dekkingsmiddelen is ook sprake van diverse bijstellingen in de lasten. Hierbij dient u te denken aan de bijstellingen van de stelpost loon- en prijsindexering 2022, het aframen van de in de kadernota 2022 opgenomen stelpost herverdeeleffect algemene uitkering vanaf 2023 en het vereffenen van de stelpost jeugdmiddelen 2022.

Aanvullend is, zoals in de raadsinformatiebrief staat opgenomen, een stelpost extra te ontvangen jeugdmiddelen opgenomen vanaf 2023 ter hoogte van € 1.169.940, die geleidelijk aan meerjarig afloopt. Het bedrag betreft 75% van de mogelijk extra te ontvangen jeugdmiddelen na definitieve besluitvorming van ons nieuw kabinet.

Uiteraard dient u de concrete extra jeugdmiddelen voor 2022 en de opgenomen stelpost vanaf 2023 in samenhang te zien met de budgetactualisatie voor jeugd en Wmo budgetten zoals deze uitvoerig in de raadsinformatiebrief zijn toegelicht en ook staan opgenomen in deze bestuursrapportage bij programma 5.

Per saldo is binnen het onderdeel algemene dekkingsmiddelen, Overhead, VPB en onvoorzien zodoende sprake van een voordeel van € 676.609 voor 2021, oplopend naar € 1.703.449 in 2024.

f. Actualisatie uitvoering lopende investeringen (incidenteel voordeel 2021 € 229.068)
Na de afronding van de jaarstukken 2020 hebben wij de lopende investeringen geactualiseerd en in overeenstemming gebracht met de werkelijke standen per 1 januari 2021. Deze actualisatie heeft financiële effecten op de gecalculeerde kapitaallasten.

Doordat uitvoering van lopende investeringen achterblijven, verschuift de realisatiedatum van de lopende investering met als gevolg dat het startjaar van afschrijven ook later plaats gaat vinden.
De financiële effecten van deze actualisatie leveren op het gebied van rente afschrijvingen (=kapitaallasten) voordelen op. Voor alle taakvelden binnen dit overzicht komt het neer op een incidenteel voordeel van € 229.000. Het betreft hier in de bestuursrapportage najaar 2021 een incidenteel voordeel omdat de financiële effecten van deze actualisatie voor de jaren 2022 en verder verwerkt zijn in de begroting 2022 en meerjarenraming 2023-2025.

In de paragraaf financiering is een totaaloverzicht opgenomen waarin de financiële effecten per programma en taakveld zijn weergegeven.